Tarumanagara | |||||
---|---|---|---|---|---|
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Soenda Poera, Jakarta, Bekasi | ||||
Talen | Soendanees, Sanskriet | ||||
Religie(s) | Hindoeïsme, Boeddhisme | ||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | Monarchie |
Geschiedenis van Indonesië |
|
Naar chronologie
Vroege vorstendommen
De opkomst van de moslimstaten
Koloniaal Indonesië
De opkomst van Indonesië
Onafhankelijk Indonesië
|
|
Portaal Indonesië Portaal Geschiedenis |
Tarumanagara (ook wel Taroemanegara, het Taroemakoninkrijk of eenvoudigweg Taruma; Sundanees: Tarumanagara) is een vroeg Sundanees koninkrijk. De vroegst bekende inscripties op Java zijn afkomstig van de vijfde-eeuwse heerser, Purnavarman, koning van Tarumanagara. Het koninkrijk was niet ver van het huidige Jakarta gesitueerd. Volgens de inscriptie van Tugu liet Purnavarman een kanaal graven dat de loop van de rivier Cakung verlegde, waardoor het kustgebied drooggelegd werd en geschikt werd voor bewoning en landbouw. In zijn inscripties verbond Purnavarman zichzelf met Vishnu en brahmanen beveiligden de waterwerken door middel van rituelen.
Tarumanagara bestond van 358 tot 670. De vroegst bekende schriftelijke getuigenissen van het bestaan van Tarumanagara zijn stenen inscripties. Stenen met inscripties worden in het Indonesisch aangeduid als prasasti. De Prasasti Ciaruteun, een prasasti uit de vijfde eeuw na Christus gelegen in de bedding van de rivier Ciaruteun, doet in het Sanskriet, geschreven in het Wengi-schrift (dat in gebruik was ten tijde van de Indische dynastie van de Pallava's), verslag van de beroemdste koning van Tarumanagara:
Hier vlakbij is de Prasasti Kebon Kopi I, ook wel Telapak Gadjah steen genoemd, met een insriptie en de gegraveerde afbeelding van twee grote olifantsvoetafdrukken. De tekst van de inscriptie luidt: Deze olifantsvoetafdrukken, die lijken op die van de sterke Airwata[1], behoren aan de succesvolle koning van Tarumanagara die heerst over alles.
Niet alleen stenen getuigen van het bestaan van koning Purnawarman en zijn koninkrijk Tarumanagara. Er zijn ook Chinese geschiedbronnen, aangezien Tarumanagara omvangrijke handels- en diplomatieke betrekkingen onderhield met een gebied dat strekte van India tot China. De Chinese boeddhistische monnik Fa Xian meldt in zijn boek fo-kuo-chi (414 AD) dat hij vanaf december 412 tot mei 413 verbleef op het eiland Ye-po-ti (Chinese spelling van Javadpiva), hoogstwaarschijnlijk het westelijk deel van het eiland Java. Hij meldde dat de wet van Boeddha nauwelijks bekend was, maar dat de Brahmanen (hindoes) en ketters (animisten) er floreerden.
Diplomatieke missies vanuit het koninkrijk worden vermeld in de annalen van verschillende Chinese dynastieën. In 435 arriveerde een missie van Purnawarman, koning van Ya-va-da, aan het hof van de Liu Song-dynastie. In de annalen van de Sui-dynastie staat dat de koning van To-lo-mo (Taruma) in de jaren 528 en 535 diplomatieke missies naar China zond en dat To-lo-mo ver in het zuiden ligt. De annalen van de Tang-dynastie vermelden ambassades vanuit To-lo-mo in de jaren 666-669.