Een koolstofput (ook koolstofdioxideput genoemd) verwijst in de aardwetenschappen naar een koolstofreservoir dat gedurende een onbepaalde tijd meer koolstofhoudende verbindingen opneemt dan dat het uitstoot. Een voorbeeld is een bos. Een bos is een koolstofreservoir, omdat het over koolstofhoudende verbindingen beschikt in de vorm van hout. Wanneer een bos toeneemt in biomassa is het een koolstofput. Een bos wordt echter een koolstofbron wanneer het afneemt in biomassa.
Koolstofputten spelen een belangrijke rol in de koolstofcyclus: zij halen het broeikasgas CO2 uit de lucht en verminderen daarmee de opwarming van de Aarde.[1]