Koolstofput

Een koolstofput (ook koolstofdioxideput genoemd) verwijst in de aardwetenschappen naar een koolstofreservoir dat gedurende een onbepaalde tijd meer koolstofhoudende verbindingen opneemt dan dat het uitstoot. Een voorbeeld is een bos. Een bos is een koolstofreservoir, omdat het over koolstofhoudende verbindingen beschikt in de vorm van hout. Wanneer een bos toeneemt in biomassa is het een koolstofput. Een bos wordt echter een koolstofbron wanneer het afneemt in biomassa.

Koolstofputten spelen een belangrijke rol in de koolstofcyclus: zij halen het broeikasgas CO2 uit de lucht en verminderen daarmee de opwarming van de Aarde.[1]

Diagram van de koolstofcyclus. De zwarte cijfers geven aan hoeveel miljarden tonnen koolstof (Gt C) aanwezig zijn in de verschillende reservoirs. De blauwe cijfers geven aan hoeveel koolstof wordt uitgewisseld tussen de individuele reservoirs per jaar. Wanneer er meer CO2 ingaat dan uitgaat, is iets een koolstofput
  1. Forests and Climate Change. www.fao.org. Geraadpleegd op 26 december 2015.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in