Een koopwoning is een woning die eigendom is van een particulier (in het algemeen de bewoner van de woning).
De meeste koopwoningen worden gefinancierd met een hypothecaire lening van een bank. De eigenaar van de koopwoning geeft via een hypotheekakte, te verlijden door een notaris, zekerheid aan de bank. De eigenaar heet in de notariële akte hypotheekgever; de bank heet hypotheeknemer. Het geven van zekerheid door middel van de woning als hypothecair onderpand wil zeggen, dat de bank in het uiterste geval, als de eigenaar te ver achter is met de betaling van zijn termijnen van rente en aflossing, het pand mag veilen via een executoriale veiling, dan wel onderhands mag verkopen met toestemming van de president van de rechtbank. De schuld aan de bank wordt dan als eerste uit de verkoopopbrengst betaald. Doordat de verkoop ook onderhands kan geschieden, is het aantal gedwongen veilingen de laatste jaren aanzienlijk afgenomen.
De notaris schrijft elke eigendomsoverdracht van een koopwoning en elke daarop gevestigde hypotheek in in de registers, die worden gehouden bij het kadaster. Die registers zijn openbaar, zodat eenieder tegen betaling de gegevens omtrent de eigendom en hypotheek van een bepaalde koopwoning kan opvragen.
Het begrip koopwoning wordt meestal gebruikt in tegenstelling tot huurwoning, dat wil zeggen een woning, die in eigendom is bij een verhuurder (een particulier, belegger of een woningbouwvereniging), die een overeenkomst van verhuur en huur, meestal vastgelegd in een huurcontract, heeft gesloten met de bewoner van de huurwoning, die daarvoor maandelijks huur betaalt.
Een bijzondere categorie koopwoningen wordt gevormd door woningen die verkocht worden tegen een lagere prijs in combinatie met specifieke verkoopregulerende bepalingen. Deze bepalingen zorgen ervoor dat betaalbare koopwoningen ook op de langere termijn voor kopers met lagere inkomens toegankelijk blijven. Deze bijzondere koopvorm is ook wel bekend als Maatschappelijk Gebonden Eigendom; de moderne toepassing hiervan is Koopgarant.
In en aan een eigen woning mag de eigenaar, met inachtneming van de plaatselijke (bouw)voorschriften, zoveel wijzigen als hij of zij wil. Zonder toestemming van de verhuurder, ook wel huisbaas genoemd, mag de bewoner van een huurhuis niet zo maar veranderingen aanbrengen of verbouwen.