De naam korrelcel (neuron granulare) wordt gebruikt voor een aantal verschillende soorten neuronen waarvan het enige gemeenschappelijke kenmerk is dat ze allemaal zeer kleine cellichamen hebben.[1] Korrelcellen bevinden zich in de schors van de kleine hersenen (cortex cerebelli), de gyrus dentatus van de hippocampus, de nucleus cochlearis posterior, de bulbus olfactorius en de schors van de grote hersenen (cortex cerebri).
De meerderheid van alle neuronen in de menselijke hersenen zijn korrelcellen die zich bevinden in het cerebellum. Deze korrelcellen krijgen prikkels van de mosvezels afkomstig van de ponskernen. De uitlopers (axonen) van de korrelcellen van het cerebellum lopen via de purkinjelaag (stratum purkinjense) naar de moleculaire laag (stratum moleculare), waar ze vertakken in parallelle vezels die zich verspreiden door de dendrietbomen van de purkinjecellen. Deze parallelle vezels vormen duizenden stimulerende korrelcel–purkinjecelsynapsen op de intermediaire en apicale dendrieten van de purkinjecellen, met glutamaat als neurotransmitter.
In de reukkolf (bulbus olfactorius) komen tussen korrelcellen gap junctions voor, waardoor meerdere zenuwcellen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en meerdere cellen synchroon kunnen werken.[2]