Een koudemiddel is een stof die in warmtepompen wordt gebruikt als medium voor het transport van warmte. Bij koudemiddelen wordt onderscheid gemaakt in natuurlijke koudemiddelen en synthetische koudemiddelen.de vloeistof/damp in koelkasten.
Koudemiddelen worden afhankelijk van de toepassing geselecteerd op hun (drukafhankelijke) kookpunt. Het kookpunt bij lage druk moet lager zijn dan de temperatuur van het reservoir waaraan warmte moet worden onttrokken en het kookpunt bij hoge druk moet hoger zijn dan de temperatuur van het reservoir waaraan warmte moet worden afgegeven. De bijbehorende drukken moeten uiteraard praktisch haalbaar zijn.
Veelgebruikte koudemiddelen zijn fluorkoolwaterstoffen, alkanen (butaan, propaan, isobutaan), propyleen, ammoniak en koolstofdioxide.
In de tabel hieronder staan enkele koudemiddelen met de laagste en hoogste temperatuur (die van het tripelpunt respectievelijk het kritische punt) en bijbehorende drukken.
ASHRAE-code | Stofnaam | GWP 100 jaar | TT (°C) | TC (°C) | pT (hPa) | pC (hPa) |
---|---|---|---|---|---|---|
R-12 | dichloordifluormethaan | 10200 | −157 | 112 | 0,1 | 41700 |
R-32 | difluormethaan | 677 | ||||
R-134a | 1,1,1,2-tetrafluorethaan | 1550 | −103 | 101 | 3,9 | 40593 |
R-600 | butaan | 4 | −139 | 152 | 0,007 | 37960 |
R-744 | kooldioxide | 1 | −57 | 31 | 5180 | 73800 |