Kransslagader | ||||
---|---|---|---|---|
Arteria coronaria | ||||
Slagader | ||||
vooraanzicht met de arteria coronaria dextra en de ramus interventricularis anterior
| ||||
Synoniemen | ||||
Latijn | arteria coronaria cordis[1] | |||
Nederlands | kroonslagader[3] | |||
Naslagwerken | ||||
MeSH | A07.231.114.269 | |||
|
De kransslagaders[1] of arteriae coronariae[4] zijn twee uit de aorta ontspringende slagaders van de coronaire bloedsomloop die de hartspier van bloed voorzien. De linkerkransslagader splitst na de hoofdstam in twee takken, de ramus interventricularis anterior en de ramus circumflexus.
Een kransslagader kan door atherosclerose vernauwd of verstopt raken, waardoor pijn op de borst optreedt (angina pectoris) bij een vernauwing, of een hartinfarct door verstopping. De vernauwing kan in beeld worden gebracht met een hartkatheterisatie (coronairangiografie of CAG), of met een CT-scan. De kransslagaders zijn eindslagaders, omdat ze de enige bloedtoevoer naar de hartspier zijn. Er is maar weinig reserve, als er een slagader wordt afgesloten, resulteert dit vaak onmiddellijk in een kritieke toestand.
Niet alle dieren met een hart hebben ook een kransslagader. Zo beschikt geen van de weekdieren die een hart hebben erover. Van de gewervelden beschikken amfibieën over huidademhaling en de meeste hebben dan ook geen kransslagader. Bij vissen beschikken vooral de snelle roofvissen er wel over en vissen die in zuurstofarm water leven. Ook de zebravis heeft een kransslagader. Zoogdieren, reptielen en vogels hebben wel kransslagaders, aangezien ze afhankelijk zijn van longademhaling en een dubbele bloedsomloop hebben. De rechterboezem en rechterhartkamer pompen daarbij zuurstofarm bloed naar de longen en kunnen daardoor geen zuurstof opnemen uit het bloed voor de eigen hartspier.[5]