Kuilgras, ook wel voordroog genoemd, bestaat uit gras dat in een sleufsilo, graskuil of in balen door melkzuurgisting wordt geconserveerd. Voor het maken van een graskuil wordt een zogenaamde kuilvoersnede van het grasland geoogst. Per jaar kunnen van hetzelfde perceel 5 tot 6 sneden genomen worden, als er niet tussendoor geweid wordt. Vaak wordt gemaaid met een maaikneuzer om het droogproces te versnellen. Na het maaien wordt het gras 1 tot 2 dagen op het veld gedroogd tot een drogestofgehalte van ongeveer 50% is bereikt. Om een snelle droging te krijgen wordt het gras enkele malen geschud. Vervolgens wordt het gras op rijen geharkt en met een opraapwagen van het grasland gehaald en naar een kuil getransporteerd.
Kuilgras wordt overwegend in de wintermaanden aan koeien gevoerd.