Kunstsecundair onderwijs

Het kunstsecundair onderwijs (kso) is een van de vier onderwijsvormen in de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. Dit kunstonderwijs wordt ingericht als onderbouw van instellingen voor hoger kunstonderwijs maar ook door scholen met een parallel aanbod van algemeen secundair onderwijs, technisch secundair onderwijs en/of beroepssecundair onderwijs.

Het kso combineert theorie en praktijk van kunstvakken (atelier of instrument) met algemeen vormende vakken zoals talen en wetenschappen. Deze combinatie biedt jongeren de kans om te kiezen voor kunst zonder andere opties van hoger onderwijs uit te sluiten. Daarom trekt deze onderwijsvorm relatief gezien het grootste aantal buitenlandse (waaronder veel Nederlandse) leerlingen.[bron?]

Het kso in Vlaanderen omvat drie studiegebieden: ballet, beeldende kunst en podiumkunsten met telkens een aantal studierichtingen. Bij ballet en de podiumkunsten Dans en Muziek mag een auditie bepalen of een leerling wordt toegelaten. Sommige richtingen fungeren als voorbereiding op hoger (kunst-)onderwijs, andere zijn meer toegepast en leiden naar directe tewerkstelling. De term kunsthumaniora is een onofficiële benaming waarmee scholen het hoge niveau van hun algemene vakken onderstrepen die net zoals de (klassieke) humaniora voorbereiden op universitair hoger onderwijs. Sommige kso-scholen bieden ook een zevende jaar, een praktijkgericht specialisatiejaar of een jaar bijzondere vorming als intensieve voorbereiding op hoger kunstonderwijs (balletschool of conservatorium, niet te verwarren met deeltijds kunstonderwijs in een muziekschool of academie).


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy