Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland is een Nederlandse ondernemers- en werkgeversorganisatie voor boeren en tuinbouwers.[1]
LTO Nederland is een samenwerkingsverband van LLTB, LTO Noord en ZLTO.[2] De drie regionale organisaties werken nauw samen voor belangenbehartiging van ondernemers in de land- en tuinbouw. Dit gebeurt zowel op lokaal, regionaal, landelijk als internationaal niveau. De organisatie is ontstaan in 1995 door fusie van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond, de Christelijke Boeren- en Tuindersbond en het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité.[3] Uit onderzoek van Wageningen University & Research bleek dat in 2018 53% van de Nederlandse boeren en tuinders, goed voor 63% van de agrarische productie, lid was van de organisatie.[4] LTO houdt zich bezig met de gehele agrarische sector van Nederland, verspreid over drie subcategorieën en 17 deelsectoren. Deze zijn:
Veehouderij | Teelt | Multifunctioneel | |
---|---|---|---|
1 | Melkveehouderij | Paddenstoelen | Multifunctionele bedrijven |
2 | Kalverhouderij | Akkerbouw & vollegrondsgroente | |
3 | Vleeshouderij | Bomen, vaste planten en zomerbloemen | |
4 | Pluimveehouderij | Glastuinbouw Nederland | |
5 | Varkenshouderij | Bollenteelt | |
6 | Schapenhouderij | Fruitteelt | |
7 | Geitenhouderij | Biologische landbouw | |
8 | Paardenhouderij | ||
9 | Konijnenhouderij |
Het Europese en internationale landbouwbeleid zet de toon voor het Nederlandse overheidsbeleid. Daarom is LTO Nederland niet alleen actief in Nederland, maar ook in Brussel en in WTO-verband.