Lamoraal II | ||
---|---|---|
1565-1617 | ||
Prins van Gavere | ||
Periode | 1590 - 1617 | |
Voorganger | Filips | |
Opvolger | Karel II | |
Graaf van Egmont | ||
Periode | 1590-1617 | |
Voorganger | Filips | |
Opvolger | Karel II | |
Vader | Lamoraal van Egmont | |
Moeder | Sabina van Beieren | |
Dynastie | Egmont |
Lamoraal II (1565? - Brugge, 23 mei 1617) was de zesde graaf van Egmont en de derde prins van Gavere en heer van Zottegem.
Hij was de tweede zoon van Lamoraal I van Egmont en Sabina van Beieren. Na de executie van zijn vader nam Willem van Oranje net als bij zijn broer de voogdij op zich. Lamoraal II studeerde in Keulen en Mainz. Lamoraal II woonde van 1595 tot 1605 in het Kasteel Egmond; hij liet de ruïne van het entreegebouw opnieuw bewoonbaar maken. Hij huwde in 1608 met Marie de Pierrevive, dochter van de heer van Ledigny; vermoedelijk bleef dit huwelijk kinderloos. Omwille van de familiebezittingen die verspreid lagen over de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden wilden zij niet een zijde kiezen in de opstand. Uiteindelijk kozen Lamoraal II en zijn broer Filips van Egmont toch voor de zijde van koning Filips II. Lamoraal werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een aanslag op Willem van Oranje door Salseda. Na de dood van zijn broer Filips van Egmont volgde hij deze op als graaf van Egmont en prins van Gavere. In 1590 droeg Lamoraal II de rechten op zijn Hollandse goederen over op zijn zuster Sabina; Eleonora en Françoise waren inmiddels overleden. De Staten van Holland gaven op voorspraak van prins Maurits de goederen ook daadwerkelijk in bezit van Sabina. De Staten van Holland confisqueerden als reactie hierop de bezittingen in de noordelijke Nederlanden waaronder het graafschap Egmont, en de Beijerlanden. Tussen 1598 en 1600 kocht Isaac Lemaire land in Egmond uit de vrijwel failliete boedel van Lamoraal II. [1] Lamoraal II werd gevangen genomen maar kreeg gratie en vertrok nadien naar Frankrijk en Henegouwen. Verzoeningspogingen met Filips van Egmont en gratieverzoeken aan Filips II van Spanje (via landvoogd Mansfeld) draaiden op niets uit.[2] In 1602 en 1604 had Lamoraal II het plan om een kolonie op te richten[3]. Lamoraal II overleed op 23 mei 1617 in Brugge; hij werd opgevolgd door zijn jongere broer Karel[4]. Lamoraal II werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk van Zottegem.