Lancetvisjes Fossiel voorkomen: Midden-Cambrium – heden | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Branchiostoma lanceolatum | |||||||
Taxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Onderstam | |||||||
Cephalochordata | |||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||
Lancetvisjes op Wikispecies | |||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||
|
De lancetvisjes of schedellozen (Cephalochordata) vormen een onderstam van de chordadieren (Chordata). Het omvat de gelijknamige familie van de lancetvisjes (Branchiostomatidae) met dertig soorten, verdeeld over drie families met elk een geslacht.[1] Verder is er een aantal uitgestorven fossiele soorten bekend, waaronder de Pikaia.
Vanwege de anatomie en embryonale ontwikkeling hebben de schedellozen een speciale plaats binnen het dierenrijk gekregen. Ze hebben, zoals de naam al aangeeft, geen schedel. Dit kenmerk onderscheidt ze van hun zustergroep de Craniata. Zoals alle chordadieren hebben ze wel een rugzenuw, maar geen beschermende wervelkolom zoals de gewervelden. Evolutionair gezien zijn het geen vissen, de afsplitsing van hun clade dateert van voor het ontstaan van de gewervelden, waartoe de vissen behoren.