Larsa | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie van Larsa in relatie tot andere archeologische vindplaatsen in Mesopotamië | ||||
Situering | ||||
Coördinaten | 31° 17′ NB, 45° 51′ OL | |||
|
Larsa (mogelijk het Bijbelse Ellasar, Genesis 14:1), was een belangrijke stad in het antieke Babylonië, de plaats van verering van de zonnegod Shamash, gelegen bij de ruïneheuvel (tell) van Senkerah. Het ligt zo'n 20 km ten zuidoosten van de ruïneheuvel van Erech, bij de oostelijke oever van het Shatt-en-Nil kanaal (huidig zuidelijk Irak).
Larsa wordt voor het eerst genoemd in Babylonische inscripties uit de tijd van Ur-Gur, 2700 of 2800 v.Chr., die de ziggurat of E-babbar, de tempel van Shamash, bouwde of restaureerde. Politiek gezien trad het op de voorgrond tijdens de verovering door Elam, toen Larsa het centrum van de Elamitische heerschappij in Babylonië werd, wellicht als een extra buffer tegen het nabijgelegen Erech, dat een prominente rol had gespeeld in het verzet tegen de Elamieten. Ten tijde van Hammurabi's succesvolle strijd tegen de Elamitische veroveraars (ca. 1763 v.Chr.) werd Larsa geregeerd door een Elamitische koning genaamd Rim-Sin, die haar grote concurrent Isin in zijn dertigste regeringsjaar kon veroveren. Hij zou zijn eenendertig volgende regeringsjaren naar dit wapenfeit laten noemen, zo belangrijk was de verovering van Isin voor Larsa. Hiermee zou hij een nieuwe jaartelling introduceren: het erasysteem. Larsa verloor echter zijn onafhankelijkheid aan Samsu-Iluna, zoon van Hammurabi. Vanaf die tijd tot het einde van de Babylonische periode was het onderworpen aan Babylon.