Lodewijk van Toulon | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Volledige naam | Lodewijk van Toulon | |||
Geboren | 17 augustus 1767 | |||
Overleden | 5 januari 1840 | |||
Functies | ||||
1808-1808 | Wethouder van Den Haag | |||
1808-1809 | Lid Staatsraad | |||
1808-1811 | Hoofdschout van Den Haag | |||
1808-? | Substituut-fiscaal voor de middelen Departement Maasland | |||
1811-1813 | Lid Hof van Cassatie Parijs | |||
1815-1831 | Burgemeester van Gouda | |||
1817-1819 | Lid Provinciale Staten van Holland | |||
1819-1831 | Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
1830-1831 | Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
1830-1831 | Gouverneur van Utrecht | |||
|
Lodewijk van Toulon (Gouda, 17 augustus 1767 - Utrecht, 5 januari 1840) was onder andere burgemeester van Gouda, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en gouverneur van Utrecht.
Van Toulon werd geboren als zoon van de Goudse burgemeester Martinus van Toulon en Adriana Maria van Eijck. Na zijn opleiding aan de Latijnse School studeerde hij Romeins- en hedendaags recht en promoveerde al op jeugdige leeftijd in 1786 te Utrecht. Hij trouwde op 1 februari 1792 te 's-Gravenhage met Johanna van Nispen.
Na zijn studie vervulde hij tal van ambtelijke en bestuurlijke functies in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek, het Bataafs Gemenebest, het Koninkrijk Holland, het Eerste Franse Keizerrijk en het Koninkrijk der Nederlanden.
Na de inlijving van Nederland door Frankrijk werd hij van 1811 tot 1813 lid van het Hof van Cassatie in Parijs.
In 1814 werd hij door de Engelsen gevangengenomen in Zeeland, maar hij kon daarna zijn bestuurlijke carrière toch weer voortzetten. Van 1815 tot 1831 was hij burgemeester van Gouda en hij combineerde deze functie vanaf 1819 tot 1831 met het lidmaatschap van de Tweede Kamer, waarvan hij van 1830 tot 1831 voorzitter was. In 1831 werd hij gouverneur van de provincie Utrecht, welke functie hij tot zijn overlijden in 1840 vervulde.