De Longobarden (ook Langobarden, waarmee verwezen werd naar een hun toegeschreven lange baardgroei, of Lombarden, wat een latere aanpassing is aan hun veel latere woongebied Lombardije) waren een Germaans volk dat oorspronkelijk in Scandinavië woonachtig was.[1] Hun taal was het Longobardisch. Ze waren bij de Romeinen in ieder geval al bekend in 98, toen Tacitus hen vermeldde in zijn Germania. Vanuit zuidelijk Zweden staken de oer-Longobarden de Oostzee over, vermoedelijk als deel van de Semnonen waarvan zij zich afscheidden in een nieuw woongebied aan de benedenloop van de Elbe.