De Luiks-Akense meubelstijl (Duits: Aachen-Lütticher Stil) is een regionale stijlvariant van de barokkemeubelkunst, die vooral in de tweede helft van de 18e eeuw in de steden Luik, Aken en Maastricht, en ook elders in het prinsbisdom Luik tot bloei kwam.[1] De stijl sluit nauw aan bij de gangbare Régence en Lodewijk XIV-, XV- en XVI-stijlen, maar onderscheidt zich van de Franse meubelstijlen uit die tijd door een hoge 'houtzichtbaarheid', waarbij het hout, meestal eiken, onbeschilderd blijft en niet bedekt wordt door parelmoerinlegwerk of zilverbeslag.
↑De vrije Rijksstad Aken was weliswaar geen onderdeel van het (wereldlijk) prinsbisdom Luik, maar behoorde tot 1802 wel tot het kerkelijk bisdom Luik. Maastricht was tweeherig en werd in de achttiende eeuw gezamenlijk bestuurd door de bisschop van Luik en de Staten-Generaal van de Nederlanden. Beide steden ondergingen de sterke invloed van Luik, evenals de rest van het Maasland.