Luminantie (cd/m2) | |
---|---|
Zonneschijf ’s middags | 1,6 · 109 |
Witte led | 50·106 |
Gloeidraad halogeenlamp | 20…30 · 106 |
Zonneschijf aan de horizon | 6 · 106 |
Matte gloeilamp 60 W | 120 · 103 |
Koudwitte tl-buis T8 | 11 · 103 |
Gemiddelde heldere hemel | 8 · 103 |
Led-reclamescherm | 5 · 103 |
Maanoppervlak | 2,5 · 103 |
Gemiddelde bedekte hemel | 2 · 103 |
Tft-scherm wit | ca. 150...500 |
Kathodestraalbuis wit | ca. 80...200 |
Gele elektroluminescente lichtbron | 60 |
Groene elektroluminescente lichtbron | 30 |
Tft-scherm zwart | ca. 0,15...0,8 |
Nachtelijke hemel bij volle maan | 0,1 |
Kathodestraalbuis zwart | deels < 0,01 |
Nachtelijke sterrenhemel | 1 · 10−3 |
Bewolkte nachtelijke hemel | 1…100 · 10−6 |
De luminantie (Engels: luminance, Duits: Leuchtdichte) is de fotometrische maat voor helderheid, namelijk de lichtsterkte per oppervlakte-eenheid loodrecht op de kijkrichting. Hoewel het een eigenschap is van de lichtbron zelf, is het tevens de helderheid die een waarnemer ervaart, en wel onafhankelijk van zijn afstand tot de lichtbron (mits geen licht onderweg geabsorbeerd wordt): bij vergroting van de afstand tot een lichtbron wordt slechts de ruimtehoek kleiner, niet de luminantie. Het maakt ook niet uit of we het oppervlak waarop we de lichtsterkte per oppervlakte-eenheid bekijken bij de lichtbron, bij de waarnemer of ergens tussenin nemen.
Een lichtbron met een gegeven lichtsterkte lijkt helderder naarmate het oppervlak kleiner is. De luminantie beschrijft de helderheid van grotere lichtgevende oppervlakken. Voor de beschrijving van de helderheid van kleine of puntvormige lichtbronnen zijn daarentegen de lichtsterkte en de verlichtingssterkte meer geschikt.
De SI-eenheid is candela per vierkante meter (cd/m2).