Een maalkoppel is een maalinrichting, bestaande uit twee stenen, van een korenmolen. De stenen liggen op blokjes of stelschroeven op de vloer en zijn omgeven door een steenkuip. De steenkuip is een houten ombouw, de kuip met kuipdeksel, waarin de twee molenstenen zitten. De kieren tussen de houten delen worden dichtgemaakt met een papje van roggemeel.
Soms ligt een koppel maalstenen op een 'stoel', een houten of ijzeren verhoging. De maalstenen worden dan meestal van onderaf aangedreven. Op de buitenrijn staat een opzetspil of juffer voor het laten schudden van de schuddebak. De meeluitloop is kort en hangt ergens opzij van de maalstoel. Bij de meeste windmolens is zo'n maalstoel niet aanwezig.