Maas-Rijnlands of Rijn-Maaslands (Duits: Rheinmaasländisch) is van oudsher een brede cultuurhistorische term, die tegenwoordig ook als kwalificatie wordt gebruikt om de Oud-Oostnederfrankische middeleeuwse literaire traditie in te delen. Het gaat dan om werken als de Lex Salica, het Evangeliarium van Munsterbilzen, de Wachtendonckse Psalmen en de werken van Hendrik van Veldeke.[1] In dit verband wordt (bijv. door Frits van Oostrom) wel gesproken van "Rijn-Maaslandse literatuur".[2]
Daarnaast is het een dialectologisch-geografische aanduiding, die primair in de Duitse taalkunde wordt gebruikt om de diverse Nederfrankische dialecten in het huidige Duitse taalgebied te beschrijven (naast Südostniederfränkisch), of eventueel voor het Nederfrankische continuüm in het hele Maas-Rijnlandgebied.[3]
De term kan zodoende verwijzen naar het cultuur- en dialectgebied vanaf de middeleeuwen en de Vroegmoderne Tijd, tot aan de opkomst van de Pruisische macht in het Rijnland, een gebied dat geografisch en taalkundig aansluit op dat van de Limburgse en Zuid-Gelderse dialecten in het zuidoostelijke deel van Nederland.