Magnus Eriksson (koning)

Zegel van Magnus Eriksson (omschrift: "SIGILLVM MAGNI DEI GRACIA SWEORVM GOTORVM ET NORVEGIE REGIS" ("Zegel van Magnus bij gratie Gods van de Zweden, de Goten en van Noorwegen koning").

Magnus Eriksson, in Zweden als Magnus IV geteld, in Noorwegen als Magnus VII(I), (april of mei 1316[1] - Bömmelfjorden, 1 december 1374[1]) was van 1319 tot 1364 koning van Zweden, en vanaf 1319 tot de verdeling van zijn rijk onder zijn twee zonen in 1355 koning van Noorwegen (inclusief IJsland en Groenland), en heerser van Scania van 1332 tot 1360. Hij werd in sommige documenten ook Magnus Smek genoemd.[2]

Hij was een zoon van hertog Erik Magnusson en diens vrouw, de Noorse erfprinses Ingebjørg Håkonsdatter. Hij was hierdoor zowel de kleinzoon van de Zweedse koning Magnus I Birgersson (via zijn vader) als van de Noorse koning Haakon V Magnusson (via zijn moeder).

  1. a b K.H. Karlsson - (S.A.D. Tunberg), art. Magnus (4), in Nordisk familjebok 17 (1912), col. 500. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
  2. Omdat hij rond 1360 door Birgitta Birgersdotter van sodomie werd beschuldigd, is deze bijnaam in verband gebracht met zijn vermeende homoseksualiteit, al geeft Olaus Petri (1493-1552) als verklaring dat hij de bijnaam kreeg omdat hij zich de zuidelijke provincies (Scania) door de Deense koning Waldemar IV liet ontnemen (J. Liliequis, State Policy, Popular Discourse, and the Silence on Homosexual Acts in Early Modern Sweden, in J. Lofstrom (ed.), Scandinavian Homosexualities: Essays on Gay and Lesbian Studies, New York - Londen, 1998, pp. 42-43). Gearchiveerd op 8 september 2023.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in