Materieel '54 | ||||
---|---|---|---|---|
Twee- en vierdelig stel Mat '54
| ||||
Type | ElD-2 (tweewagenstel) ElD-4 (vierwagenstel) Benelux (tweewagenstel) | |||
Aantal | ElD-2: 68 ElD-4: 73 Benelux: 12 | |||
Serie | ElD-2: Plan F: 321-334 Plan G: 335-350 Plan M: 351-365 Plan Q: 371-393 ElD-4: Benelux: | |||
Fabrikant | Allan, Beijnes, Werkspoor | |||
Vervoerder | ElD-2: NS ElD-4: NS Benelux: NS en NMBS | |||
Indienststelling | 1956-1962 Benelux: 1957 | |||
Uit dienst | Plan F/G/M: 1993 Plan P/Q: 1996 Benelux: 1988 | |||
Samenstelling | ElD-2: Bk + ABDk ElD-4: Bk + A + B + BDk Benelux: ABKk + BDk | |||
Asindeling | ElD-2: Bo'2' + 2'Bo' ElD-4: Bo'Bo' + 2'2' + 2'2' + Bo'Bo' Benelux: Bo'2' + 2'Bo' | |||
Spoorwijdte | 1435 mm | |||
Massa | ElD-2: 110 ElD-4: 210 Benelux: 115 | |||
Lengte over buffers | ElD-2: 50,4 m ElD-4: 98,6 m Benelux: 50,4 m | |||
Maximumsnelheid | 140 km/h | |||
Deuren | ElD-2: 3 per zijde ElD-4: 7 per zijde Benelux: 3 per zijde (excl baggageruimte deuren) | |||
Aantal zitplaatsen | Totaal:
ElD-2: 137/138 | |||
Zitplaatsen 1e klas | ElD-2: 24 ElD-4: 48 Benelux: 24 | |||
Zitplaatsen 2e klas | ElD-2: 96 ElD-4: 1901/1882 Benelux: 80 | |||
Aantal klapzittingen | ElD-2: 17/18 ElD-4: 42 Benelux: 14/15 | |||
Techniek | ||||
Voeding | ElD-2: 1500 V ElD-4: 1500 V Benelux: 1500/3000 V | |||
Vermogen | ElD-2: 680 kW ElD-4: 1360 kW Benelux: 680 kW | |||
Koppeling | Scharfenberg | |||
Bijzonderheden | 1 Plan F 2 Plan G en Plan P | |||
|
Materieel '54 (Mat '54) was een serie twee- en vierdelige elektrische treinstellen van de Nederlandse Spoorwegen, vernoemd naar het jaar waarin de eerste bestelling is geplaatst. Vanwege de kenmerkende vorm van de neus werden ze informeel vaak aangeduid als Hondekop.
Tussen 1956 en 1962 zijn in totaal 73 vierwagenstellen (Plan F, G, P) en 68 tweewagenstellen (Plan F, G, M, Q) geleverd, door Allan (Plan F, G, M) te Rotterdam, Beijnes te Haarlem (Plan G) en Werkspoor te Utrecht (Plan F, G, P, Q). De elektrische installatie werd hierbij steeds geleverd door Heemaf te Hengelo (Overijssel).
De tweewagenstellen kregen de nummers 321-365 en 371-393 en de vierwagenstellen de nummers 711-757 en 761-786. Bij de vierwagenstellen hebben later nog enkele vernummeringen plaatsgevonden.
Het materieel '54 was bedoeld voor sneltreindiensten. Een snelle acceleratie was hierbij van minder belang dan het comfort. De treinstellen zijn degelijk geconstrueerd, wat leidde tot een relatief hoog gewicht per zitplaats. Voordeel hiervan was een (voor die tijd) zeer comfortabele loop. De Hondekoppen zijn tot op heden de zwaarste treinstellen die dienst hebben gedaan bij een Europese spoorwegmaatschappij.
De kenmerkende neus was bedoeld om de machinist bij aanrijdingen een betere bescherming te bieden dan bij het oudere stroomlijnmaterieel het geval was. Het comfort van de machinist was beperkt: de eerste jaren moest deze het doen met een klapzitje, dat later vervangen werd door een betere stoel.
De vierwagenstellen waren in technisch opzicht vrijwel identiek aan de tweewagenstellen. De topsnelheid bedroeg 140 km/h. Het continuvermogen van een vierwagenstel bedroeg 1360 kW bij een gewicht van circa 210 ton, welke cijfers voor een tweewagenstel ongeveer gehalveerd kunnen worden. Door de elektrische en pneumatische verbindingen in de Scharfenbergkoppelingen konden de stellen in treinschakeling rijden met de treinstellen Mat '35, Mat '36, Mat '40 en Mat '46.
In 1968 verscheen de 359 als eerste treinstel in de nieuwe gele huisstijl van de NS. Het duurde tot 1980 voordat bij het laatste treinstel de oorspronkelijke groene beschildering (met rode bies en later gele snor) was vervangen.
Vanaf 1989 werden de treinstellen buiten dienst gesteld. Deze buitendienststellingen zijn over zeven jaren uitgespreid. In 1993 gingen de laatste met asbest geïsoleerde treinstellen (Plan F, G en M) buiten dienst. De jaren daarna volgden de met glaswol geïsoleerde treinstellen (Plan P en Q). De laatste reguliere rit van een hondekop in de reizigersdienst vond plaats in januari 1996.