De Matres (Latijn "Moeders"[1]) en Matrones (Latijn "Matrones"[1]) waren een groep van meestal drie godinnen uit een Keltisch-Germaanse cultus uit de klassieke oudheid. Zij worden vaak als drietal afgebeeld op votiefstenen en altaren met inscripties die soms Keltische en soms Germaanse namen bevatten. Bij de Germanen werden ze vereerd in streken onder Romeinse invloed.[2] Bij de Kelten werden ze vereerd in Gallië, Noord-Spanje en Noord-Italië.
Gegevens over de religieuze cultuspraktijk rond de Matres zijn beperkt tot wat men op de stenen terugvindt: hun afbeelding en de inscripties, waarvan er zo'n 1100 zijn geattesteerd.[2] De Germaanse Matres zijn geassocieerd met de latere Germaanse dísir, Walkuren en Nornen die wijdverbreid in de 13e-eeuwse bronnen worden geattesteerd.[1]
Matres verschijnen ook op votiefreliëfs en in inscripties op andere plaatsen, die door het Romeinse leger werden bezet, zoals Zuid-Oost-Gallië, waaronder Bibracte (zie illustratie) en eveneens in de oude Keltisch-Romeinse cultuur van Pannonia, in de vorm van gelijkaardige reliëfs en inscripties als de Nutrices Augustae, de "Voedsters van Augustus", gevonden in de Romeinse sites van Ptuj, Lager-Steiermark.[3]