Eiland van Griekenland | |
---|---|
Locatie | |
Land | Griekenland |
Eilandengroep | Cycladen |
Locatie | Egeïsche Zee |
Coördinaten | 36°44'NB, 24°25'OL |
Algemeen | |
Oppervlakte | 151 km² |
Inwoners | 4960 (census 2011)[1] |
Hoofdplaats | Milos (Plaka) |
Website | www |
Foto's | |
Milos[2] (Grieks: Μήλος) is een Grieks eiland en gemeente (dimos) in de Egeïsche Zee, een van de Cycladen, en ligt ten zuidwesten van het eiland Kimolos in de Griekse bestuurlijke regio (periferia) Zuid-Egeïsche Eilanden.
Soms wordt ook de Oudgriekse benaming Melos nog gebruikt, onder meer in het Engels en het Nederlands.[3] Milos is 150 km2 groot en heeft zo’n 5000 inwoners. Net als Santorini is het vulkanisch van oorsprong. Warme bronnen en zwaveluitstotingen getuigen van vulkanische activiteit. Dit is van economisch belang voor de winning van delfstoffen: de bodem levert onder meer zwavel, perliet, puzzolaan en kaolien.
Bij opgravingen werd hier onder andere in 1820 de beroemde Venus van Milo gevonden (eigenlijk Aphrodite van Milos (of Melos), thans in het Musée du Louvre te Parijs). Uit archeologische opgravingen blijkt dat het eiland reeds in het neolithicum bewoond was. In de Menoïsche tijd leverde Milos vulkanisch glas (obsidiaan) voor de vervaardiging van siervoorwerpen aan Kreta. Na de komst van de Doriërs in Griekenland (circa 1100 v.Chr.) werd het eiland vanuit Laconië gekoloniseerd. Tijdens de Peloponnesische Oorlog, toen Milos weigerde zich bij de Delisch-Attische Zeebond aan te sluiten, stuurde Athene in 416 v.Chr. een strafexpeditie. Thucydides vertelt hoe de Atheense gezanten eerst onderhandelden op hooghartige en cynische toon; toen de Meliërs echter weigerden het hoofd te buigen voor het Atheense imperialisme, werden alle mannen gedood en de vrouwen en kinderen als slaven weggesleept. Naar aanleiding van deze humanitaire ramp schreef Euripides zijn tragedie Trojaanse vrouwen.