Milt | ||||
---|---|---|---|---|
splen, lien | ||||
Gegevens | ||||
Orgaanstelsel | Lymfevatenstelsel | |||
Embryologie | Mesenchyme van dorsal mesogastrium | |||
Zenuw | Nervus splenica plexus | |||
Ader | Vena splenica | |||
Slagader | Arteria lienalis | |||
Naslagwerken | ||||
MeSH | A10.549.700 | |||
Dorlands/Elsevier | s_19/12750780 | |||
|
De milt is een orgaan dat voorkomt in alle gewervelde dieren, waaronder mensen. Bij de mens bevindt de milt zich in de linker bovenhelft van de buik, onder het middenrif en achter de maag. Bij een normaal individu is de milt 10 tot 12 centimeter lang, heeft een breedte van 6 tot 8 centimeter en een gewicht van circa 200 gram. Het orgaan is onderdeel van het lymfesysteem, maar is anders dan lymfeklieren opgenomen in de bloedcirculatie. De milt kan worden gezien als de lymfeklier van het bloed, hij bevat veel lymfocyten en er worden ook veel antilichamen geproduceerd.
In de milt worden plasmacellen gevormd uit B-lymfocyten en worden oude en abnormale rode bloedcellen afgebroken en het daarbij vrijkomende ijzer opgeslagen, daarnaast fungeert de milt ook als een zeker reservoir voor bloedbestanddelen, waaronder de bloedplaatjes. Ook draagt de milt bij aan de verwijdering van afvalstoffen uit het bloed.
De milt is niet per se onmisbaar en kan dus zo nodig operatief verwijderd worden (splenectomie). Wel is zonder milt de afweer tegen gekapselde bacteriën zoals de pneumokok, meningokok en de Hib (Haemophilus influenzae) minder goed. Voor een splenectomie wordt daarom zo mogelijk eerst hiertegen gevaccineerd.
Er is onderzoek dat aantoont dat de milt een belangrijke rol speelt bij herstel na bijvoorbeeld een hartaanval en dat de milt een belangrijke bron is van monocyten.[1][2]
De milt is normaliter zo groot als een gebalde vuist en voelt aan en ziet er ongeveer uit als een avocado.
Bij iemand zonder (functionerende) milt is sprake van asplenie.