Mini-kiwi | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Weiki | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Actinidia arguta (Siebold & Zucc.) Planch. ex Miq. (1867) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Mini-kiwi op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De mini-kiwi of kiwibes (Actinidia arguta) is een verwant van de kiwi, die in tegenstelling tot de kiwi volledig winterhard is. Het is een oude soort, die volgens onderzoek al in de vegetatie van het Tertiair voorkwam. De plant werd in Europa en Azië gecultiveerd, vooral in botanische tuinen. De mini-kiwi stamt uit het noorden van Japan, Oost-Mantsjoerije en de taiga's van Siberië.
De mini-kiwi is onder veel verschillende benamingen bekend. De mini-kiwi wordt ook wel aangeduid als Siberische kruisbes. Ook de volgende benamingen hebben allemaal betrekking op de mini-kiwi: kiwiberry (kiwibes), baby-kiwi, grape-kiwi, cocktail-kiwi, hardy kiwi, kiwai, tara-vine, bower-vine, kishmish en kokuwa (Japan).
De mini-kiwi is een tweehuizige klimplant. De mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich aan aparte planten, zodat voor vruchtvorming (net als bij gewone kiwi's) een mannelijke en een vrouwelijke plant nodig is. In zijn natuurlijke habitat groeit de plant door andere bomen (tot 15 m hoog) en/of liggend en slingerend over de grond. Het blad is ovaal of langwerpig, 8–13 cm lang, van boven glimmend donkergroen en van onderen lichter groen. Het blad heeft nerven die aan de onderkant behaard zijn. De bladsteel is lang en rozig. De bloemen zijn wit, vrij bol, 1,5–2 cm groot.
Mannelijke planten van de gewone kiwi (Actinidia deliciosa) kunnen overigens ook gebruikt worden voor de bestuiving van vrouwelijke mini-kiwi's.
Net als de gewone kiwi is de mini-kiwi een krachtig groeiende slingerplant. De groeikracht is echter iets minder dan die van de gewone kiwi. In tegenstelling tot de gewone kiwi zijn de planten van de mini-kiwi volledig winterhard (tot −30 °C). Bovendien rijpen de vruchten eerder. Daarmee is het mogelijk om mini-kiwi's te telen in gebieden die voor gewone kiwi's ongeschikt of minder geschikt zijn. In Nederland en België rijpen de vruchten buiten aan de struik, hetgeen bij gewone kiwi's niet of nauwelijks mogelijk is.
De vruchten van de mini-kiwi hebben een onbehaarde schil en kunnen daardoor met de schil worden gegeten. De vruchten variëren in grootte van kruisbessen tot walnoten en zijn meestal 3,5 – 15 g zwaar. De vruchten van de verschillende rassen onderscheiden zich (naast de vruchtgrootte) ook in kleur en structuur van de schil, en in de kleur van het vruchtvlees. De kleur van de schil varieert van helemaal groen tot helemaal rood, afhankelijk van het ras en de mate waarin de vruchten rechtstreeks zijn blootgesteld aan de zon. Het vruchtvlees kan groen, roodachtig of helemaal rood zijn. De opengesneden vrucht doet denken aan een miniatuur kiwivrucht: een witte kern met daaromheen een ring van zwarte zaden en het typische lijnenpatroon. De vruchten van de mini-kiwi hebben een zoete, aromatische smaak. Ze zijn rijk aan mineralen en hebben een nog hoger vitamine C-gehalte dan de gewone kiwi's. Behalve vers, kunnen de vruchten ook op verschillende manieren verwerkt worden, zoals jam of compote. Ook zijn de doorgesneden vruchtjes fraai als garnering bij hapjes of desserts. De vruchten worden ook wel gedroogd en er kan zelfs wijn van worden gemaakt.
De vruchten hangen in grote trossen aan de struiken. Ze kunnen per stuk worden geoogst, of takjes met een tros vruchten kunnen gezamenlijk worden afgeknipt.
Mini-kiwi's hebben in de loop der jaren al regelmatig in de belangstelling gestaan. Hoewel er in diverse landen commerciële proeven zijn gedaan is een echte commerciële doorbraak er nog nooit gekomen. Redenen hiervoor zijn:
In de commerciële teelt kunnen de planten op dezelfde wijze worden opgekweekt als gewone kiwi's. De teeltsystemen die voor gewone kiwi's worden opgericht (pergola-constructies en T-vormige teeltsystemen) zijn derhalve ook voor mini-kiwi's geschikt. Door de wat geringere groeikracht kan wel een iets kleinere plantafstand worden gehanteerd. In commerciële beplantingen wordt voor de bestuiving één mannelijke plant op 6 tot 8 vrouwelijke planten gehanteerd, afhankelijk van het gekozen beplantingspatroon waarbij het uitgangspunt steeds is dat elke vrouwelijke plant op relatief korte afstand van een bestuiverplant staat.
Mini-kiwi's kunnen een grote oogst geven. Onder optimale omstandigheden in professionele teelt (pergola-systemen en T-vormige systemen) is een oogst van ruim 5 kg per m² mogelijk. Meestal zal deze echter op een niveau van 1 tot 3 kg per m² liggen, mede afhankelijk van het gebruikte ras. Met name jongere planten kunnen beurtjaargevoelig zijn, hetgeen inhoudt dat zeer productieve en minder productieve jaren elkaar afwisselen. Om de genoemde productieniveaus te kunnen halen is (net als bij gewone kiwi's) een vakkundige wintersnoei en zomersnoei noodzakelijk. De sierlijke planten lenen zich echter zonder snoei ook goed voor verwildering in siertuinen, doch zullen dan minder productief zijn.
De vruchten van de mini-kiwi worden tegenwoordig in Nederland incidenteel in de handel aangeboden in doorzichtige plastic bakjes als mini-kiwi of onder benamingen als kiwai, baby-kiwi of kiwiberry. Onder andere Chili is een producent van de vruchten. Voor de commerciële teelt worden de vruchten geoogst voordat ze volledig rijp zijn. Dit vergroot de bewaarmogelijkheden (circa twee maanden bij 0 °C). Het suikergehalte van aan de struik gerijpte vruchten ligt echter veel hoger; de bewaarbaarheid is dan echter veel beperkter (ongeveer twee weken in de koelkast).