In het Europees Unierecht is er sprake van misbruik van machtspositie of misbruik van dominante positie wanneer een onderneming haar machtspositie gebruikt om de concurrentie uit te schakelen.
Artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verbiedt misbruik van machtspositie. Een machtspositie op zich is wel toegelaten.
Zodat er sprake is van misbruik van machtspositie, moet er voldaan worden aan drie voorwaarden:
Volgens de rechtspraak is het op zich niet onwettig voor een onderneming om een machtspositie in te nemen, en een onderneming kan concurreren op grond van haar verdiensten op de markt waarmee zij een machtspositie bekleedt. Zij draagt evenwel een bijzondere verantwoordelijkheid in die zin dat zij door haar gedrag een daadwerkelijke en onvervalste mededinging op de betrokken markt(en) niet mag ondermijnen.
Het verbod op misbruik van een machtspositie is een essentieel bestanddeel van het mededingingsbeleid en de daadwerkelijke handhaving ervan bevordert een betere werking van de markten, wat in het voordeel is van bedrijven en consumenten.
Ondernemingen die zich schuldig maken aan misbruik van machtspositie, kunnen beboet worden door de Europese Commissie. Deze boetes lopen op tot 10% van de wereldwijde omzet.