Mitsubishi GTO | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Merk | Mitsubishi Japan | |||
Type | GTO | |||
Andere namen | - Mitsubishi 3000GT - Dodge Stealth | |||
Productiejaren | 1990-2000 | |||
Productieaantal | 151.454 | |||
Klasse | Gran Turismo | |||
Koetswerkstijl | ||||
Voorganger | Mitsubishi Starion | |||
Soortgelijk | ||||
Assemblage | Nagoya Japan | |||
Technisch | ||||
Motor | ||||
Kleppen per cilinder | 4 | |||
Overbrenging |
- man. 5/6 vers.
- auto. 4 vers. | |||
Maten | ||||
Afmetingen (L×B×H) | 4,6 x 1,84 x 1,285 m | |||
Wielbasis | 2470 mm | |||
Massa | 1400-1710 kg | |||
Tankinhoud | 75 | |||
Topsnelheid | 250 (begrensd) km/u | |||
Sprint van stilstand tot 100 km/u |
5,4 s | |||
|
De Mitsubishi GTO is een Gran Turismo/sportwagen van de Japanse autofabrikant Mitsubishi Motors Corporation en werd geproduceerd tussen 1990 en 2001. De GTO was ontworpen als drie-deurs hatcback coupé model in de Japanse stad Nagoya. De 2+2 vier-zitter was op de Japanse thuismarkt te koop als de GTO. In de rest van de wereld werd de GTO verkocht als de 3000GT.
De GTO was gebaseerd op de Sigma/Diamanta van Mitsubishi waardoor de dwarsgeplaatste 3-liter 24-kleps V6 motor en de voorwielaandrijving behouden konden blijven. De luxere versies werden ook voorzien van turboladers. Andere noemenswaardige eigenschappen waren onder andere actieve aerodynamica (voor- en achterspoilers), vierwielbesturing, vierwielaandrijving, actieve ophanging en een actieve uitlaat.
Later werden er in Noord-Amerika ook de GT Spyder en de VR4 Spyder verkocht, hardtop cabriolet versies van de coupé. Deze werden tussen 1993 en 1995 door ASC in Californië gemaakt van bestaande coupe modellen.
De GTO kreeg zijn naam van de Mitsubishi Colt Galant GTO, die weer geinspireerd was door de Ferrari 250 GTO. De Italianen verzonnen GTO als afkorting voor Gran Turismo Omologata, waar "Omologata" homologatie betekent. Buiten Japan werd de GTO verkocht als de 3000GT, mogelijk om auteursrechtelijke problemen met Ferrari (288 GTO) en/of Pontiac (GTO) te voorkomen.
De GTO werd ontwikkeld volgend op de goed ontvangen Mitsubishi HSX en HSR conceptautos uit 1989. Het was een technisch geavanceerde sportwagen bestemd om te concurreren met de Mazda RX-7, Nissan 300ZX en Toyota Supra.
Elke GTO komt van de zelfde assemblagelijn in Nagoya in Japan. De Japanse introductie van de fabriek viel samen met een periode van versoepeling van de Japanse economie, later bekend als de "bubble economy".
GTO's voor de Japanse thuismarkt werden verkocht door Mitsubishi's Car Plaza winkelketen. Japanse kopers moesten extra wegenbelasting en andere toeslagen betalen omdat volgens de Japanse productievoorschriften de GTO als grote auto telde.
In Noord-Amerika werd de GTO verkocht als de 3000GT, maar ook als de Dodge Stealth. Deze variant was een zogenaamde 'badge-engineered' versie die door Dogde werd aangepast en verkocht onder de Dodge naam, door een samenwerking tussen Chrysler Corporation en Mitsubishi Motors. In 1991 stond een Dodge Stealth op de planning als pace car voor de 75e Indianapolis 500, totdat de United Auto Workers het tegenhielden omdat het geen Amerikaanse maar een Japanse auto was. De auto werd vervangen voor een 1991 Dodge Viper RT/10 en de Stealth werd gehouden als backup. De race winnaar Rick Mears kreeg als prijs een Dodge Stealth, en dealers verkochten pace car edities van de Stealth. De Viper was pas later dat jaar ook te koop.