Moderne portefeuilletheorie is een aanduiding voor de theoretische basis van het beleggingsbeleid van de meeste institutionele beleggers. De theorie is geformuleerd door professor Harry Markowitz in de jaren 50 van de twintigste eeuw. Markowitz won hiervoor de Nobelprijs voor economie in 1990. Moderne portefeuilletheorie wordt vandaag de dag dan ook gezien als de belangrijkste input voor het daarna ontwikkelde 'capital asset pricing model' (CAPM).
Moderne portefeuilletheorie gaat ervan uit dat investeerders een zekere risicoaversie hebben. De assumptie houdt in dat in een situatie met twee portfolio's die hetzelfde rendement opleveren, de investeerders de minst risicohoudende portfolio zullen kiezen. Logischerwijs wordt een hoger risico enkel aanvaard bij een hogere rendementscurve.