Modus (statistiek)

Figuur 1: Kansdichtheden van de normale verdeling, voorbeelden van unimodale verdelingen
Figuur 2: Bimodale verdeling
Figuur 3: Een verdeling die, hoewel strikt unimodaal, gewoonlijk wordt aangeduid als bimodaal
Figuur 4. Bimodaal histogram van de lichaamslengten van 300 wevermieren[1]

De modus is voor een frequentieverdeling de waarde of waarnemingsklasse met de grootste frequentie, of anders gezegd, de waarde of klasse die het meest voorkomt. De twee andere meest gebruikte centrale waarden of centrummaten zijn de mediaan en het rekenkundig gemiddelde. De modus is ook voor een kansverdeling gedefinieerd, dus voor een kansfunctie of kansdichtheid en wel als de waarde met de grootste kans of kansdichtheid.

Heeft een verdeling een, twee of meer modi, dan noemt men de verdeling unimodaal, bimodaal of multimodaal.

De modus is zinvol wanneer de meet- of waarnemingsresultaten om een centrale waarde verspreid liggen. Bij een symmetrische verdeling ligt de modus dicht bij het gemiddelde en de mediaan, bij een scheve verdeling niet.

Het voordeel van de modus ten opzichte van het rekenkundige gemiddelde is dat de modus ook bij ordinale en zelfs nominale verdelingen kan worden gebruikt en over het algemeen iets eenvoudiger is te bepalen.

  1. Weber, NA (1946). Dimorfisme in de Afrikaanse Oecophylla werker en een anomalie (Hym .: Formicidae) (PDF). Gearchiveerd van origineel op 20 maart 2016.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy