Een motie van wantrouwen in de politiek of in het algemeen, is een verklaring van afkeuring door het parlement, de aandeelhouders of leden van een rechtspersoon jegens een of meer bewindslieden of bestuursleden, of het gehele kabinet of bestuur. Wordt de verklaring door de in de betreffende situatie vereiste meerderheid aangenomen, is veelal regel dat de betreffende persoon of personen de functie neerleggen. Redenen voor het opzeggen van vertrouwen kunnen veelzijdig zijn, afhankelijk van de omstandigheden en de ter zake geldende wetgeving. Heel algemeen kan gesteld worden, dat het betreffende bestuurslid niet (langer) in staat wordt geacht voldoende vaardig, kundig of doelmatig de bestuurlijke taken uit te voeren; dan wel geacht wordt niet in het belang van het bedrijf, vereniging of staatsrechtelijke eenheid gehandeld te hebben; dan wel af dient te treden bij wijze van het afleggen van verantwoording over de manier van besturen in een achterliggende periode.