Een multimeter of universeelmeter is een elektrisch meetinstrument waar een aantal grootheden mee gemeten kunnen worden zoals spanning, stroomsterkte (of kortheidshalve stroom) en weerstand. Uitgebreidere universeelmeters kunnen vaak ook capaciteit, zelfinductie, frequentie, temperatuur, de doorlaatspanning van een diode en de stroomversterkingsfactor van een transistor meten.
Daarnaast is vaak een verbindingstester aanwezig. Deze geeft een geluidssignaal als ruwe indicatie van een verbinding. Dit is handig om snel te kunnen werken waarbij niet naar de meter hoeft gekeken te worden.
Moderne universeelmeters van na ca. 1985 hebben meestal een digitale uitlezing, veelal met een lcd. Tot die tijd waren analoge meters (met een draaispoelmeter) goedkoper te produceren. De wat duurdere digitale multimeters kunnen automatisch de juiste schaal (bereik, meetbereik, in het Engels range) of polariteit selecteren. Omdat voor sommige metingen (veranderende waarden van de te meten grootheid) een analoge meter beter en sneller te interpreteren is zijn sommige digitale universeelmeters ook uitgerust met een analoge schaal.
Sommige, met name de digitale universeelmeters, hebben een ingebouwde versterker en hebben daardoor het voordeel van een hogere ingangsimpedantie, zodat de te meten schakeling minder nadelig wordt beïnvloed door de meter zelf. Door de versterker kunnen deze meters ook vaak lagere spanningen en stromen meten.
Omdat de ingangsweerstand verandert bij verschillende spanningsmeetbereiken wordt deze uitgedrukt in ohm per volt. Zo heeft een multimeter van 10.000 Ω/V op het 10 V-bereik een ingangsweerstand van 100.000 Ω of 100 kΩ.
Achter de wijzer van de duurdere analoge meters bevindt zich een spiegel. De spiegelschaal voorkomt afleesfouten ten gevolge van de parallaxfout. Als bij het aflezen van de meter het spiegelbeeld van de meternaald precies achter de naald valt, heeft het oog de juiste positie om de meterschaal te kunnen aflezen.