Nassau-Siegen is een tak van het huis Nassau die twee keer afzonderlijk voorkwam en heerste over een deel van het graafschap Nassau. De stad Siegen werd in 1224 vermeld als een nieuwe of heropgebouwde stad (Lat.: oppidi Sige de novo constructi) in een oorkonde waarin de keurvorst van Keulen, aartsbisschop Engelbert I, het halve mede-eigendom ervan overdroeg aan graaf Hendrik II van Nassau.[bron?] Het Vorstendom Nassau-Siegen, ruwweg tachtig kilometer oostelijk van Keulen, omvatte vooral de huidige plaatsen Freudenberg, Hilchenbach, Kreuztal, Siegen en Wilnsdorf.
De eerste tak Nassau-Siegen ontstond in 1303, toen de zonen van Otto I van Nassau (die Nassau sinds Otto's dood in 1289 gezamenlijk hadden bestuurd) het gebied opdeelden in drie delen: Nassau-Siegen, Nassau-Hadamar en Nassau-Dillenburg. In 1328 erfde Nassau-Siegen de gebieden van de tak Nassau-Dillenburg en noemde zich voortaan daarnaar.[bron?] In 1341 splitste de linie Nassau-Beilstein zich hiervan af.