Men spreekt van een natuurlijke brug of natuurlijke boog als bij een rotsformatie op natuurlijke wijze (d.i.door erosie) een gat in het gesteente werd gevormd, een gat waarbij de twee zijden van een gesteenterug nog met elkaar verbonden zijn. Men spreekt eerder van een brug als de rug aan weerszijden van het gat breder wordt; met een boog wordt eerder een losstaand geheel bedoeld. Vaak wordt het verschijnsel ook eerder een brug genoemd in een waterrijke omgeving en spreekt men van een boog in een landomgeving.
Natuurlijke bruggen worden meestal gevormd als smalle richels in het landschap van twee zijden zo ver wegeroderen dat een verbinding gevormd wordt. Dit wordt meestal veroorzaakt doordat het lagere gesteente zachter is (minder competent) en daardoor sneller erodeert dan de bovenlaag. Er vormen zich aan beide zijden inhammen die uiteindelijk bij elkaar komen. Natuurlijke bruggen ontstaan vaak waar kliffen bloot staan aan erosie door de zee, rivieren of verwering.