De natuurlijke vegetatie van een gebied is de vegetatie die zich zonder menselijke ingrepen sinds de laatste ijstijd heeft ontwikkeld. Het gaat om de vegetatie die zich spontaan heeft gevestigd en zich heeft ontwikkeld zonder voorafgaande menselijke ingrepen.
De term natuurlijk verwijst naar iets dat vrij is van "menselijke ingrepen of beïnvloeding" in tegenstelling tot iets dat cultuurlijk (in de betekenis van: door de mens geschapen) is. Tot de antropogene invloeden worden gerekend: perceleren, ontsluiten (aanleggen van infrastructuur), draineren, ontwateren, kappen, afbranden, branden, betreding, graslandbeheer (hooien en maaien), beweiden, bemesten, gebruik van bestrijdingsmiddelen, ploegen en andere vormen van grondbewerking.
Vaak gebruikt men ook de term potentieel natuurlijke vegetatie, oftewel hoe de vegetatie eruit zou kunnen zien zonder menselijke tussenkomst of andere belangrijke gebeurtenissen. Dat deze niet gelijk is aan de natuurlijke vegetatie komt omdat de omstandigheden zich in de loop der tijd hebben gewijzigd, bijvoorbeeld door landbouw, maar ook klimaatwijzigingen of bodemvorming.