Natuurlijke verjonging in de bosbouw is de spontane vestiging van een volgende bosgeneratie, grotendeels zonder tussenkomst van de mens. Natuurlijke verjonging kan daarbij opgesplitst worden in twee vormen: generatieve verjonging en vegetatieve verjonging. Bij generatieve verjonging vermeerderen bomen en struiken zich via zaad; bij vegetatieve verjonging gebeurt dit via afleggers en uitlopers. De beheerder kan op verschillende manieren invloed uitoefenen op het proces van natuurlijke verjonging. Als er sprake is van aanplant of zaadverspreiding door de mens, spreekt men van kunstmatige verjonging.