Nauernasche Vaart

Nauernasche Vaart
De Nauernasche vaart op (een uitsnede van) de kaart van 'T HOOGH-HEEMRAETSCHAP VAN DE UYTWATERENDE SLUYSEN IN KENNEMERLANT ENDE WEST-FRIESLANT, Amsterdam 1682-1683, vervaardigd door landmeter Johannes Dou, graveur Coenraet Decker, en lettersnijder Abraham Deur.
Van Starnmeer
Naar IJ
De vaart en de N8/N246 die er langs loopt
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

De vaart werd gegraven omdat de Schermer na zijn drooglegging moeite had het boezemwater snel genoeg weg te krijgen. Dit zorgde ervoor dat het peil bij harde regen zo hoog kon komen dat de molens in de polder niet meer konden malen.

Hierom werd besloten om een verbinding te maken tussen het Zaanse deel van de Starnmeer (de noordkant van dit meer stond in directe verbinding met de Schermer, dus dat was geen probleem) en het IJ bij Nauerna. De al bestaande Zaan, die vlak naast de Nauernasche Vaart begon in het zuiddeel van de Starnmeer en vandaar ook doorliep naar het IJ was niet te gebruiken omdat er bij Zaandam een sluis lag.

Toen er begonnen werd met het droogmalen van de Starnmeer is mede om de goede verbinding te houden met de Nauernasche Vaart een vaart gegraven door de Wouder polder (tegenwoordig dus in tweeën gesplitst: de Westwouderpolder en de Oostwouderpolder) en door de polder het Woud (ook in tweeēn, dit zijn nu polder Het Woud en de Markerpolder geworden). Deze vaart was ook onderdeel van de ringvaart van de Starnmeer.

Het zuidelijke deel van de vaart grenst in het westen aan de Veenpolder en in oosten aan de polder Westzaan.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy