Neoromaanse architectuur duidt op een aantal door de romaanse architectuur geïnspireerde bouwstijlen die vooral bij de bouw van kerken zijn toegepast. Een variant van het neoromaans is de neoromanogotiek.
Begin 19e eeuw ontstond opnieuw belangstelling voor bouwstijlen uit de middeleeuwen, vooral de gotiek maar in mindere mate ook het romaans. De invloed van het romaans uitte zich allereerst in het verwerken van romaanse stijlkenmerken bij verder neoclassicistische gebouwen. Met name het gebruik van romaans aandoende voorgevels kwam veel voor. Omdat er geen sprake was van nabootsing van de romaanse bouwwijze, wordt deze stijl meestal tot het eclecticisme gerekend. In deze stijl verrezen ook veel niet-kerkelijke gebouwen. Pas nadat de neogotiek tot volle bloei was gekomen, ontwikkelde zich ook een echte neoromaanse stijl waarin werd teruggegrepen op de romaanse bouwstijl, en dan vooral de rijkelijk versierde late varianten daarvan, die vooral werd gebruikt voor kerken.
Er wordt ook wel een onderscheid gemaakt tussen twee stijlvarianten binnen de neoromaanse architectuur, namelijk de Normandische en de Lombardische stijl. Deze namen verwijzen naar het type van romaanse architectuur waar als inspiratie naar werd teruggegrepen, zijnde die van de Normandiërs in Engeland of die van de Italianen in Lombardije.