Nepenthes | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bovenbekers van Nepenthes maxima in het westen van Nieuw-Guinea | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Nepenthes L. (1753) | |||||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||||
Nepenthes distillatoria | |||||||||||||||||
Nepenthes distillatoria in het woudreservaat Sinharaja op Sri Lanka | |||||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Nepenthes op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Nepenthes is een geslacht van tropische vleesetende bekerplanten in de monotypische familie Nepenthaceae. De meeste soorten groeien als klimplant of lage struik. Met hun nectar lokken ze insecten en andere prooidieren naar hun vangbekers, die op de grond liggen of hoger in de lucht hangen. Als de dieren op de bekerrand landen, glijden ze makkelijk uit op het glibberige oppervlak en vallen ze in de beker. Die is gevuld met een stroperige vloeistof vol verteringsenzymen, die aangemaakt wordt door klieren aan de binnenzijde. Veel bekerplanten leven in symbiose met andere organismen, waarvan een groot aantal volledig afhankelijk van de plant is.
De meeste soorten in het geslacht zijn endemisch in hun regio. Het verspreidingsgebied ligt grotendeels in Zuidoost-Azië, met de grootste biodiversiteit op Borneo, Sumatra en de Filipijnen. Een klein aantal soorten komt tot ver daar buiten voor, waaronder op Sri Lanka, Madagaskar en de Seychellen. Hun carnivore levenswijze stelt de planten in staat om op oligotrofe grond te groeien. De meeste soorten groeien in tropische hellingbossen met grote temperatuurverschillen. Enkele planten groeien daarentegen in natte laaglanden, waar het zowel overdag als 's nachts warm is.
Sinds de eerste beschrijvingen in de 17e eeuw is de taxonomie van het geslacht regelmatig gereviseerd. Er zijn meer dan 160 soorten beschreven en een groot aantal variëteiten en hybriden. Veel soorten en cultivars zijn met succes gekweekt. Dankzij de toenemende kennis van de fysiologie van de plant, werden diverse biomimetische toepassingen ontwikkeld.