Neurofeedback (NFB), ook wel neurotherapie, neurobiofeedback of EEG-biofeedback (EEGBF) genoemd, is een vorm van biofeedback die elektrische potentialen in de hersenen gebruikt om gewenste hersenstaten te versterken door middel van operante conditionering. Dit proces is niet-invasief en verzamelt doorgaans hersenactiviteitsgegevens met behulp van elektro-encefalografie (EEG). Verwante technologieën zijn onder meer neurofeedback op basis van functionele nabij-infraroodspectroscopie (fNIRS), hemo-encefalografie (HEG) biofeedback en fMRI-biofeedback. Het gebruik van kwantitatieve elektro-encefalografie (QEEG) of functionele MRI (fMRI) kan behandelingen effectiever maken.[1][2]
Om het proces van terugkoppeling ('feedback') mogelijk te maken binnen de operante conditionering kunnen verscheidene vormen van menselijk waarneembare prikkels gebruikt worden. In de praktijk wordt vaak gebruikgemaakt van audiovisuele prikkels door middel van het afspelen van video's op een computerscherm. Wanneer de hersenactiviteit binnen de gewenste parameters valt, blijft de video normaal doorgaan, wat fungeert als positieve bekrachtiging. Als de hersenactiviteit buiten deze parameters valt, stopt de video tijdelijk, vervaagt het beeld, of treedt er een andere verstoring op, wat als negatieve feedback dient. Terugkoppeling kan ook plaatsvinden via prestaties in een videospel die samenhangen met de gewenste parameters van hersenactiviteit. Tactiele terugkoppeling, zoals computergestuurde vibraties, stelt patiënten met visuele of auditieve beperkingen in staat om effectief met neurofeedback te trainen door hen een voelbaar alternatief voor directe terugkoppeling te bieden.
Er bestaan verscheidene neurofeedback-protocollen die wetenschappelijk zijn onderzocht. Neurofeedback-protocollen zijn richtlijnen die aangeven welke hersengolven en welke delen van de hersenen getraind moeten worden. Voor verschillende klachten zijn unieke trainingsprotocollen nodig, omdat elke hersenactiviteit gekoppeld is aan specifieke hersengolven. Als voorbeeld houden de trage corticale golven, ofwel de slow cortical potentials (SCP), verband met slaap en ontspanning, terwijl snellere bètagolven juist duiden op concentratie. De bedoeling van neurofeedback is om de golven die met een bepaalde klacht verband houden zwakker te trainen en de golven die de klacht verminderen juist te versterken.