Neusaap IUCN-status: Bedreigd[1] (2015) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Nasalis larvatus (Wurmb, 1781) Originele combinatie Cercopithecus larvatus | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Neusaap op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De neusaap (Nasalis larvatus) is de enige soort in het geslacht neusapen (Nasalis), uit de wouden van Borneo. Het meest opvallende kenmerk van de soort is de grote hangende neus van het mannetje, waaraan het dier zijn naam dankt. Het is de grootste slankaap.
De soort is genoemd naar de uitzonderlijk grote neus van de volwassen mannetjes, die 17 cm lang kan worden en voor de mond hangt. De mannetjes zijn veel groter zijn dan de vrouwtjes, wegen gemiddeld ruim 20 kg en zijn van kruin tot staartaanzet 66-76 cm lang. De vrouwtjes wegen zo’n 10 kg en zijn 53-61 cm lang en hebben een vooruitstekende neus. De dieren hebben een roodbruine vacht op de rug, schouders, bovenarmen en heupen, met een donkerdere kruin op de kop, een roomkleurige buik en grijze poten, handen en staart. De neusaap komt voor in het laagland van Borneo, in rivierbossen, veenmoerassen en mangroves. Het is een goede zwemmer, zelfs onder water. De dieren eten voornamelijk jonge bladeren, aangevuld met onrijp fruit, zaden, bloemen, insecten en krabben. Vanwege het lastig te verteren voedsel hebben de dieren een opvallende tonvormige buik. Troepen bestaan uit een enkel volwassen mannetje en diverse vrouwtjes met jongen, of uitsluitend adolescente en minder dominante mannetjes. Vrouwtjes wisselen vaak van groep. In gevangenschap kunnen neusapen ongeveer 25 jaar oud worden. De neusaap is een bedreigde soort, die is opgenomen in bijlage 1 van het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES).[2]