Nevill Mott | ||||
---|---|---|---|---|
30 september 1905 – 8 augustus 1996 | ||||
Sir Nevill Francis Mott (1952)
| ||||
Geboorteplaats | Leeds | |||
Nationaliteit | Brits | |||
Overlijdensplaats | Milton Keynes | |||
Nobelprijs | Natuurkunde | |||
Jaar | 1977 | |||
Reden | "Voor hun fundamentele theoretische onderzoek naar de elektronische structuur van magnetische en wanordelijke systemen." | |||
Samen met | Philip Anderson John van Vleck | |||
Voorganger(s) | Burton Richter Samuel Ting | |||
Opvolger(s) | Pjotr Kapitsa Arno Allan Penzias Robert Woodrow Wilson | |||
|
Nevill Francis Mott (Leeds, 30 september 1905 – Milton Keynes, 8 augustus 1996) was een Brits natuurkundige. Hij won in 1977 de Nobelprijs voor de Natuurkunde, samen met Philip Anderson en John van Vleck voor hun fundamentele theoretische onderzoek naar de elektronische structuur van magnetische en ongeordende systemen.
Tijdens zijn carrière heeft Nevill Mott aan een groot aantal onderwerpen gewerkt uit (met name) de vastestoffysica. Zijn speciale interesse had daarbij de overgang van elektrisch geleidende naar elektrisch isolerende eigenschappen van een materiaal. In dit verband toonde Mott bijvoorbeeld aan dat de wisselwerkingen tussen de ladingdragers in een kristallijn materiaal het transport van deze ladingdragers kan hinderen of zelfs helemaal kan blokkeren doordat een (nagenoeg) volledig gevulde en een (nagenoeg) lege energieband ontstaan die gescheiden worden door een gap (verboden energiezone). In zo'n geval spreken we van een Mott-isolator.