Niemand in de stad | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Studioalbum van De Dijk | |||||||
Uitgebracht | 1988 | ||||||
Opgenomen | Najaar 1988 | ||||||
Genre | Nederpop, soul, rhythm-and-blues, rock, pop | ||||||
Duur | 41:55 | ||||||
Label(s) | Phonogram Records | ||||||
Producent(en) | Antonie Broek, Michiel Hoogenboezem | ||||||
Chronologie | |||||||
| |||||||
Singles van Niemand in de stad | |||||||
| |||||||
|
Niemand in de stad is het vijfde studioalbum van de Nederlandse band De Dijk, uitgebracht in het najaar van 1988.
Het werd het album waarmee de band definitief zijn naam vestigde. Er werden ruim 100.000 exemplaren van verkocht en liedjes als ‘Ik kan het niet alleen’ en ‘Nergens goed voor’ groeiden uit tot favorieten van de fans.
Voor dit album had de band de ambitie een soulplaat te maken in de traditie van originele platen uit midden jaren zestig, waarbij geen gebruik werd gemaakt van in de jaren tachtig dominerende synthesizers en andere digitale instrumenten. Ook werd ervoor gekozen de plaat een duidelijke stroming en stijl te geven in plaats van eerdere platen waar meerdere muziekstijlen werden gecombineerd.
In 1987 was de band net onder contract bij Telstar, toen Doe Maar, die hier ook gecontracteerd stond, besloot op te houden. Hierdoor nam de belangstelling bij Telstar voor andere Nederlandstalige acts af, waardoor de opnamemogelijkheden stagneerden.
De redding kwam van Bart Sloothaag, directeur van de Wisseloord Studio's in Hilversum, die bandjes die hij goed vond, in de tijd dat de studio niet verhuurd was, werk liet opnemen. Bart Sloothaag liet deze demo’s horen aan Herman van der Zwan werkzaam bij Phonogram Records, die na het beluisteren de band de mogelijkheid bood een album uit te brengen.
De teksten van alle nummers zijn geschreven door Huub van der Lubbe, die bij zijn liedteksten aanbevelingen schreef om een aanzet te geven voor de stijl van de muziek zoals Bruce Springsteen en Mink DeVille, of om de cadans voor de drums aan te geven zoals het nummer Twenty-Flight Rock van Eddie Cochran ter inspiratie voor ‘Wat een vrouw’.
Op een 4-sporen recorder werden de eerste ideeën uitgewerkt, met een kleine bezetting aan instrumenten als drumcomputer, gitaar en orgel. Zo ontstonden bij elke tekst vaak meerdere stukken muziek, waaruit door de band de beste versies werden gekozen.