Ninhursag | ||||
---|---|---|---|---|
Ninmah (grote koningin), Nintu (vrouwe der geboorte), Mami (moeder), Aruru, Belet-Ili (vrouwe der goden) | ||||
Ninhursaga | ||||
Oorsprong | Mesopotamië (Soemerisch en Babylonisch-Akkadisch) | |||
Periode | 3500-1750 v.Chr. | |||
Cultuscentrum | Tell al-Obeid (Ur), Mari, Kesj, Lagasj, Adeb en Hiza | |||
Literaire bronnen | Enki en Ninhursag, Schepper van de Schoffel | |||
Verwantschap | ||||
Partner | Sulpae, Enlil, Enki | |||
Nakomelingen | Ninurta (Ningirsu), Ninsar | |||
Ninḫursanga (rechts) en Šulpa’e am Levensboom, tweede millennium voor Chr. Susa
| ||||
|
Ninhursag, Ninḫursag̃a(k) of Ninhursanga (vrouwe van de bergen) is een zeven grote goden van de Soemerische religie, de zeven Anunnaki. Deze moedergodin werd vereerd in de steden Ur, Mari en Lagasj. Ook in Nūtur stond er al in de ED IIIb-tijd een tempel aan haar gewijd.[1]
Zij wordt als een van de vier grootste godheden van de Soemerische godenwereld beschouwd na An, Enlil en Enki. Samen met Utu, Inanna en Nanna vormden deze de zeven hoofdgoden van Soemer, zij die het lot bepalen. Soms wordt Ninhursag zelfs als eerste genoemd, wat erop wijst dat zij ooit een nog voornamere rol heeft gespeeld. Waarschijnlijk was haar naam oorspronkelijk Ki ofwel Aarde en was zij de echtgenote van An, de hemelgod, en werden zij ooit als de hoofdgoden gezien. Zij staat ook bekend als Ninmah de verheven vrouwe. Zoals haar Egyptische tegenhangster Hator verscheen zij soms in de vorm van een koe. Mesopotamische koningen noemden zichzelf graag als geliefd door Ninhursag en Eannatum, Entemena en Uruinimgina noemden zich gezoogd door Ninhursag. 'Heilige melk' van een zuivelhoeve van de tempel voedde Assyrische koningen vijfduizend jaar geleden. Er werden kalveren in de rol van 'eerstgeborene' aan haar geofferd.
In een mythe speelt zij een belangrijke rol bij de schepping der mensheid, in een andere veroorzaakt zij een reeks goddelijke geboortes in het paradijselijke Dilmun. Meer dan Inanna is zij de vruchtbaarheidsgodin en godin der geboorte.