Nodulair gietijzer (GJS) is een gietijzersoort waarbij de vrije, ongebonden koolstof in de vorm van nodulen (bolvormen) aanwezig is in het gestolde gietijzer. De afkorting GJS staat voor G = Giet, J = IJzer, S = nodulair-vorming (S van spherical).
De nodulen worden gevormd door toevoeging van 0,05% magnesium. De mechanische eigenschappen van dit materiaal benaderen de eigenschappen van gietstaal. Door het toevoegen van een aantal andere legeringselementen kunnen de eigenschappen van het materiaal sterk beïnvloed worden. Tevens kan de matrix worden beïnvloed door het toepassen van warmtebehandeling.
Deze materiaalsoort wordt veelvuldig toegepast in met name de grondverzet- en machine-industrie en voor appendages in de leidingbouw. Ook nieuwe bovenassen voor windmolens worden ervan gemaakt.
Legering | %Fe | %C | %Si | %Mn | %S | %P |
---|---|---|---|---|---|---|
Nodulair gietijzer (GGG70) | 3,40 – 3,85 | 2,30 – 3,10 | 0,10 – 0,30 | max. 0,02 | max. 0,10 |