Nucleobase

De voorstelling van de waterstofbrugvorming tussen adenine en thymine
De voorstelling van de waterstofbrugvorming tussen cytosine en guanine

Een nucleobase is een base die als onderdeel van RNA en DNA samen met een andere nucleobase een basenpaar kan vormen. De meest voorkomende nucleobasen zijn cytosine, guanine, adenine, thymine en uracil, respectievelijk afgekort met C, G, A, T en U. Andere nucleobasen zijn xanthine en hypoxanthine, gemuteerde vormen van respectievelijk guanine en adenine, en afgekort als X en HX. Zij komen niet van nature voor in de genetische code, behalve door mutatie, maar wel als intermediair bij de vorming van nucleobasen.[1]

De basen C, G, A en T (compact in alfabetische volgorde opgesomd als ACGT[2]) komen voor in het DNA, terwijl de basen C, G, A en U voorkomen in het RNA. Het DNA bestaat uit een dubbelstreng en de basen komen in paren voor, gebonden door waterstofbruggen. Adenine vormt met thymine een paar, gebonden door twee waterstofbruggen. Cytosine en guanine vormen een paar, gebonden door drie waterstofbruggen. In RNA vormen cytosine en guanine ook een paar, maar wordt thymine vervangen door uracil, dat met adenine een paar vormt ook gebonden door twee waterstofbruggen.

  1. F. Peelman: Metabolisme van de nucleotiden
  2. ACGT

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy