Olympische goden

De Olympische goden, (Oudgrieks: τὸ Δωδεκάθεον, tò Dōdekátheon, de twaalf goden of δώδεκα, dôdeka, twaalf, of Olympiërs Ὄλυμπίοι, Ólympíoi,) zijn de godheden uit de Griekse mythologie, die op de berg Olympus, Ὄλυμπος, woonden. Plato verbond hen ook met de twaalf maanden, en stelde voor dat de laatste maand aan Hades en de geesten van de doden zou worden gewijd, wat betekent dat hij Hades tot de Twaalf Olympiërs rekende.[1] Hades werd in latere varianten van de Twaalf omwille van zijn chtonische rol als Heerser van de Onderwereld meer en meer buiten de Twaalf gerekend.[2] Plato verbindt in zijn Phaedrus de Twaalf ook met de dierenriem, hierbij Hestia uit hun rangen sluitend.[3]

  1. Plato. Wetten. 828 d-e
  2. (en) Encyclopedia Americana. Greek mythology, 1993. 13, blz 431.
  3. Plato. Phaedrus. 246 e-f

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in