Omzendbrief-Peeters

De omzendbrief-Peeters[1] (nr. BA 97/22) is een omzendbrief die de regeling van het taalgebruik in gemeentebesturen van het Nederlandse taalgebied preciseert. Hij is op 16 december 1997 door toenmalig Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Leo Peeters naar de gouverneurs van de Vlaamse provincies gestuurd. Het meest controversieel zijn de passages met betrekking tot de faciliteitengemeenten in Vlaamse Rand rond Brussel en aan de taalgrens, waarin de taalfaciliteiten – het recht van de bevolking om op verzoek gemeentelijke diensten in een andere dan de bestuurstaal te ontvangen – restrictief en strikt worden geïnterpreteerd, in de geest van het uitzonderlijk en uitdovend karakter van deze faciliteiten, met als doel verdere verfransing tegen te gaan.

Hij is later aangevuld met de omzendbrief-Martens[2] dat eenzelfde regeling beschrijft voor de dienstverlening door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, en herbevestigd door de omzendbrief-Keulen.[3]

  1. Omzendbrief BA 97/22 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 16 december 1997 betreffende het taalgebruik in gemeentebesturen van het Nederlandse taalgebied (“omzendbrief-Peeters”)
  2. Belgisch Staatsblad van 27 mei 1998, p. 17139–17141: Omzendbrief BA-98/03 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 5 mei 1998 betreffende de herschikking van de taken administratief toezicht t.a.v. de OCMW’s tussen de Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn en de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden (“omzendbrief-Martens”)
  3. Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2005, p. 34485–34492: Omzendbrief BA-2005/03 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 8 juli 2005 betreffende het taalgebruik in de gemeente- en OCMW-besturen en in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (“omzendbrief-Keulen”)

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy