Het onderwijs in Vlaanderen is sedert de derde staatshervorming van 1988 met ingang van 16 januari 1989 de exclusieve bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap, voor Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel.
De leerplicht, die een federale bevoegdheid is gebleven, geldt voltijds vanaf 1 september van het kalenderjaar waarin de leerling 5 jaar wordt. Deze leerplicht duurt in de regel 12 leerjaren (zes jaar lager onderwijs en zes jaar secundair onderwijs). Vanaf 15 jaar kan ook aan de leerplicht worden voldaan in deeltijdse leersystemen DBSO en Middenstandsopleiding. Deze leerplicht komt niet overeen met schoolplicht. Kenmerkend voor het onderwijs in Vlaanderen is de indeling in onderwijsnetten en de bevordering van de gelijke onderwijskansen (GOK). Daarnaast heerst er in België het principe van de vrijheid van onderwijs. Dit betekent dat ieder vrij is om zijn onderwijs in te richten. Wel voorziet de Vlaamse overheid voorwaarden om erkenningsbewijzen uit te delen en het onderwijs te subsidiëren [1]. Deze vrijheid van onderwijs staat vermeld in artikel 17 in de allereerste Belgische Grondwet van 1831.[2]