Dit artikel is een deel van de serie over: de dialogen van Plato |
Vroege periode: |
Apologie van Socrates · Charmides |
Protagoras · Euthyphro |
Ion · Crito · Alcibiades I |
Hippias Major · Hippias Minor |
Laches · Lysis · Euthydemus |
Middenperiode: |
Cratylus · Gorgias |
Menexenus · Meno |
Phaedo · Symposium |
Staat · Phaedrus |
Late periode: |
Parmenides · Theaetetus |
Timaeus · Critias |
Sofist · Staatsman |
Philebus · Wetten |
Betwiste geschriften: |
Clitophon · Epinomis |
Brieven · Hipparchus |
Minos · Theages |
Alcibiades II · Minnaars |
Niet geschreven: |
Hermocrates · Ongeschreven leer |
Plato is een van de weinige filosofen uit de oudheid van wie we weten dat al het werk is overgeleverd. Des te merkwaardiger kan het daarom overkomen dat er gespeculeerd is en wordt over het bestaan van een ongeschreven leer van Plato. Dit is ingegeven door twee uitlatingen van Plato zelf, en door enkele berichten van Aristoteles, die in zijn Fysica (IV, 209 b 14-15) ook expliciet verwijst naar Plato's agrapha dogmata (ongeschreven leer), en waaraan deze theorie haar naam ontleent.