De ontwikkeling van de kikkers is het proces van ei tot adult bij de kikkers (Anura). De tussenliggende stadia worden respectievelijk het embryonale, het larvale en het subadulte stadium genoemd.
Kikkers zetten de eieren (kikkerdril of kikkerrit genoemd) af in het water; dit is een verzameling eieren met een gelatineus en glibberig, doorzichtig omhulsel. Uit de eieren komen na enige dagen tot weken de larven of kikkervisjes tevoorschijn. De larven worden ook wel dikkopjes, donderkopjes of kwakkebollen genoemd. Ook de larven van padden worden kikkervisje genoemd, het idee dat kikkers en padden twee verschillende groepen zijn, is echter verlaten.[1]
In tegenstelling tot andere amfibieën, zoals salamanders, zijn kikkers slechts zelden eierlevendbarend; wel kunnen ze zich op het land ontwikkelen. Het verschil met larven van salamanders is dat salamanderlarven geen volledige metamorfose kennen. Zo hebben ze uit het ei al direct vier pootjes, en de staart wordt alleen maar groter, terwijl deze bij kikkervisjes uiteindelijk verdwijnt. Ook zijn salamanderlarven zeer kannibalistisch en echte roofdieren, in tegenstelling tot de larven van kikkers.
<ref>
; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam ADW