Oranje-Nassau was tussen 1899 en 1974 een particulier mijnbouwbedrijf in Zuid-Limburg voor de winning van steenkool in het Zuid-Limburgs steenkoolbekken. Het was het grootste particuliere mijnbedrijf in Nederland.
De onderneming had twee concessies in de buurt van Heerlen. De concessie met de naam Oranje Nassau werd in 1893 verleend aan Henri Sarolea. In totaal zijn drie mijnen (genaamd: Oranje-Nassau I, III en IV) gevestigd op deze concessie. Een tweede concessie Carl in Schaesberg was in 1893 door de gebroeders Honigmann verworven en aan de maatschappij toegevoegd. Deze concessie werd geëxploiteerd met de mijn Oranje-Nassau II.
Van de vier mijnzetels beëindigde de ON IV in 1967 als eerste de bovengrondse activiteiten. In augustus 1967 werd daar de laatste kolenwagen naar boven gehaald en werd de mijn geïntegreerd met de ON III, waarbij de ON IV werkte als luchtschacht. In 1971 werd de ON II de eerste mijnzetel die volledig sloot en in 1973 volgde de sluiting van de Oranje-Nassau III/IV. Het naar boven halen van de allerlaatste kolenwagen op dinsdag 31 december 1974 rond 19:00 uur in de avond van de laatst opengebleven mijn Oranje Nassau I, betekende ook het einde van de steenkolenwinning in Limburg, en daarmee in Nederland.
Het hoofdkantoor van de Oranje-Nassaumijnen bevond zich in een gebouw aan de rand van het centrum van Heerlen, dat sinds 1999 bescherming geniet als rijksmonument.